Vroeger wilde ik ontdekkingsreiziger worden. Verre landen zien, nieuwe talen leren, schatten ontdekken en een logboek bijhouden over je reis. Inmiddels begrijp ik dat de wereld grotendeels ontdekt is, en dat veel van die reizen gepaard gingen met extreme omstandigheden en flink wat moordpartijen. Tijd voor een plan B.
Of voor een planet B. Want als alle grond op aarde ontdekt is, kun je altijd nog verder zoeken.
En dat is precies wat ze doen bij ASTRON, de Nederlandse Area 51 net voorbij Dwingeloo. Met LOFAR en WSRT, hun radiotelescoopopstellingen, bestuderen ze de ruimte om ons heen om onderzoek te doen naar wat daar plaatsvindt. Snel draaiende sterren, zonnestormen, zwarte gaten en zelfs buitenaards leven, meer dan honderd slimme mensen zoeken er alles over uit. En bij elke vraag die beantwoord wordt, komen minstens drie nieuwe naar boven.
Onderzoeksteams bestaan vaak uit grote internationale groepen mensen, die met z’n allen het antwoord zoeken op zo’n vraagstuk. Eerst schrijven ze een voorstel voor hun onderzoek. Dat presenteren ze aan telescoopbeheerders zoals ASTRON. Waar vervolgens gekeken wordt of er tijd is om de telescoop te laten meten wat de onderzoekers gemeten willen hebben. Deze onderzoekers kunnen van ASTRON zelf zijn, maar ook van andere universiteiten, of zelfs ‘amateur’-astrofysici. Als je voorstel goed is en de telescoopaanvraag haalbaar, wordt het mechanisme ingesteld op jouw wensen.
Zo’n observatie kan dagen tot weken duren, en gaat bij de telescopen van ASTRON op basis van radiogolven. Dit zijn deeltjesgolven met de snelheid van het licht, uitgezonden door hete massa’s in het heelal. Door specifieke kenmerken van die golven te bestuderen, kunnen de onderzoekers afleiden om wat voor soort massa het gaat (bijvoorbeeld een ster of planeet) en wat er ongeveer heeft plaatsgevonden voordat de golf uitgezonden werd.
Dat is het vreemde aan sterrenkunde. Je bestudeert dingen in het huidige heelal, maar tegelijkertijd loop je miljoenen jaren achter. Alles wat je waarneemt moest een gigantisch eind naar je toe reizen. Een ster ontploft? Ja, vijf miljoen jaar geleden. Een zwart gat is ontstaan? Yup, slechts twee miljard lichtjaar van hier. Je ziet alles met vertraging.
Maar wanneer de radiogolven er eenmaal zijn, kun je er even mee vooruit. Er komt een gigantische hoeveelheid data uit de observaties van de telescopen, en er is altijd kans dat je meer vindt dan waar je naar zoekt.
Schitterend, maar tegelijkertijd een uitdaging. Want waar komt het vandaan? Op het telescopenterrein van Westerbork staan overal bordjes om aan te geven dat de telefoon uit moet, en als je bij lunchtijd de magnetron te vroeg open trekt, kan ook dat de verklaring zijn voor het onbegrijpelijke signaal. Een check of jouw ‘alien SOS’ niet gewoon van aarde komt, is dus wel handig.
En mocht het uiteindelijk toch iets nieuws blijken te zijn? Dan is het tijd voor een volgend onderzoek, jouw zoektocht naar de nieuwe wereld. Een nieuwe expeditie.
Ik heb eerder al geschreven dat je met een bètastudie alle kanten uit kunt. Van wetenschap tot bedrijfsleven. En zoals ik heb geleerd bij ASTRON, met alle magnetron-experimenten en lunchtalks over vreemde bevindingen, is zelfs ontdekkingsreizen een optie. Voor mij een gave onthulling, waar mijn jeugddroom eerst nog onmogelijk leek, is het nu een bestaand werkveld. En ik moet toegeven: het is er een, waar ik wel meer onderzoek naar wil doen.