Week 6, Prinses Maxima Centrum

Voor het eerst in tijden ben ik weer een keer verdwaald geweest. Geen bekend gezicht in de buurt en opperste verwarring over waar het mis ging. Uiteindelijk ben ik, heel cliché, door twee aardige dames de juiste kant uitgestuurd en het bleek dat ik helemaal goed zat… behalve dan dat dit verdieping twee was in plaats van verdieping drie. Kan gebeuren.

Bij mij ja. Maar niet bij een apotheker, die mag zo’n lees- denk- of opletfout niet maken. Na drie dagen meelopen bij de apotheek van het Prinses Maxima Centrum en één dag bij de research afdeling, is me dat wel duidelijk geworden. Elk medicijn in dit centrum voor kinderoncologie is maatwerk en wordt dan ook minstens vijf keer gecheckt voor het naar de patiënt gaat. Is de dosering juist, is het voor de juiste patiënt en – niet geheel onbelangrijk – is het ’t juiste medicijn? Het excuus ‘sorry ik had de immens grote 2 bij de lift gemist…’ gaat hier niet op.

Vandaar dat de apotheker checkt, nog meer checkt en nog een laatste check doet. En dat niet alleen. Naast een gateway voor medicijnen, is de ziekenhuisapotheker ook bij het begin van het proces betrokken als aanspreekpunt voor artsen. Vragen over een medicijn, twijfels over de dosis of gewoonweg de opinie van een medicijnspecialist, de apotheker is onmisbaar. Verder moet het medicijnonderzoek gecoördineerd worden, de afdeling gerund, de medicijnen ge-VTGM’d (even wat ziekenhuisjargon: Voor Toediening Gereedmaken), medicijnen moeten ingekocht, vrijgegeven, en ga zo maar door. Tweede observatie: de dag van de apothekers zit vol.

Werken op feestdagen of in het weekend hoort er dan ook bij. Mensen kiezen niet wanneer ze ziek zijn en er is altijd wat te doen. Dat geldt niet alleen voor de apotheker, maar voor het hele ziekenhuis. Dit besef lijkt bij iedereen te leven: je doet het ergens voor. Een schakel zijn in het traject van een leven redden, dat is heel waardevol. De vraag ‘nuttig voor de wereld?’ is haast overbodig, voor de apotheek én voor de research.

Dat was misschien nog een van de grootste eyeopeners deze week: dat achter de schermen nog véél meer gebeurt. Ja, er is research. Maar dat die research patiëntspecifiek is – of kan worden – en actief geïntegreerd is – en zal worden – in het behandelplan, is iets wat ik nog niet voor mogelijk hield. Daarnaast blijken de researchers niet opgesloten te worden in een laboratorium, maar veel onderling contact te hebben. En ze hebben zelfs gevarieerde dagen: de ene dag lab, andere dag meetings – soms met artsen over behandelplannen en behandeladvies – en dan weer computerwerk. Observatie drie: ik was positief verrast.

Niet zo gek eigenlijk, aangezien mijn studiecriteria grotendeels aangevinkt zijn:

  • Het is nuttig voor de wereld.
  • Er zijn zoveel onderzoeksprojecten dat er altijd wel een interessant is en met de ontwikkelingen binnen de farmacie blijft ook een apotheker zich ontwikkelen.
  • Qua uitdaging is het bij zowel de apotheek als de research te zoeken in het omdenken bij tegenslag en het aanpassen bij verandering. Denk aan nieuwe taken uitvoeren of nieuwe vakinhoudelijke informatie moeten verwerken.
  • Het is mogelijk te groeien in beide groepen: meer onderzoek doen, projectleider worden, de apotheek aansturen of misschien zelfs op een ander vlak de kennis inzetten en doceren. Verder kan je het bedrijfsleven ingaan of als apotheker je juist werpen op de research en ontwikkeling.

Nu weet ik niet of apotheker – en de studie farmacie – mijn roeping is, maar het heeft me de ziekenhuis- en researchomgeving laten zien. En daar ben ik zeker nog niet klaar mee. Daarom dank aan het Prinses Maxima Centrum, het geweldige werk wat daar verzet wordt en de researchafdeling, de apothekers en alle assistenten die mij zo gastvrij hebben ontvangen en hun wereld hebben laten zien. Dat heeft me veel inzicht gegeven en de drive om meer te ontdekken over deze bijzondere werkplek, één waar ik zeker nog meer ‘research’ naar ga doen!