Week 4, Stage 1.2

Mijn vader leest Guust. Verhalen over een redactiehulp die de boel op stelten zet en zijn baas Kwabbernoot tot wanhoop drijft. In de tijd dat mijn vader die strips leest, zijn mij een paar grote verschillen tussen Guust en mij opgevallen. Zo luiert Guust de hele dag door, heeft hij het idee dat de muziek zijn roeping is en is hij een pain in the ** voor zijn werkgever. En ondanks deze verschillen voel ik me soms tóch een beetje als Guust.

Begrijp me niet verkeerd, ik ga er nooit van uit een aanleg voor muziek te hebben. Maar nu ik deze week meer verantwoordelijkheid kreeg op stage en actiever meedraaide dan eerst, lijkt Guusts onhandigheid dichterbij dan ooit tevoren.

Bijvoorbeeld bij het uitzoeken van vluchten voor sprekers: als uiteindelijk blijkt dat er een letter verkeerd staat, of de vlucht naar Halifax, UK, gaat in plaats van naar Halifax, Nova Scotia, ligt dat aan mij. Evenals het bestellen van materialen of het ondertitelen van Youtube videos. Kleine klusjes die op zichzelf onschuldig lijken maar grote gevolgen zouden kunnen hebben, zo blijft de inner-Kwabbernoot mij vertellen.

Aan de andere kant is het fijn meer verantwoordelijkheid te krijgen. Het voelt alsof ik meer bestaansrecht heb binnen het team. Hierdoor gaat vragen stellen over studie, het leven, of de taken van de dag makkelijker. Zonder mijn reis naar de krochten van het gebouw om de spullen van de seminars in de berging te zetten en mijn gesprek met de muizen die daar leefden, had ik me toch meer het buitenbeentje gevoeld. Geaccepteerd door de muizen = geaccepteerd door het team.

Een gevarieerder team dan ik van tevoren dacht. De meeste achtergronden liggen in de marketing, wat logisch lijkt in een baan waar je seminars aan de man moet brengen. Toch lopen er naast twee met een achtergrond in de marketing, ook een aardwetenschapper in spe en een economisch psycholoog rond (met een master in de marketing, dat wel).

Verder heb ik ontdekt waar deze mensen zich voor inzetten. Het is zoals ik al zei: het verkopen van seminars. Dat betekent herrie maken op internet, relaties onderhouden met de pers, abonnees mailen en héél veel telefoontjes plegen. Een soort relatiebuilding tot de max, met alles en iedereen.

Vervolgens moeten de seminars ook georganiseerd worden. Wat wederom heel veel bellen inhoudt, maar dan met locaties, catering, leveranciers en medewerkers. Om vervolgens klaar te zitten met de telefoon om alle vragen van deelnemers te beantwoorden en zij die niet reageren na te bellen. Afgezien van de telkens terugkerende telefoon is het veelzijdiger dan verwacht. Niet in de minste plaats omdat het een gigantische hoop aan halfuurklussen lijkt te zijn, waarbij elke weer anders is dan die ervoor.

Wat het voor mij alleen maar interessant maakt om de laatste week van deze stage in te gaan. Aan het einde daarvan wacht een van de grootste seminars die het bedrijf ooit georganiseerd heeft* en ik mag helpen! Daarnaartoe werkend is het dus de zaak om nog even mijn inner-Guust op te sluiten in de berging en uit te zoeken wat de rest van het team als historie heeft. Voordat ik de eerste stage van dit jaar af zal sluiten met een dubbel gevoel: zin in de volgende stage, maar met smart om het afscheid. Voor nu toch nog even mijn Guust vrijlaten, omdat die dat zo mooi verwoord: ‘L’enfin!’

*Waardoor de blogpost van volgende week op zaterdag geplaatst zal worden