Week 12, Rijksmuseum van Oudheden

Meer dan een krokodil

In het Rijksmuseum van Oudheden hebben ze een krokodillenmummie. Althans, dat dachten ze. Het is mijn favoriete museumstuk juist omdat het dat niet is. In de windsels liggen namelijk heel veel mummies. Allemaal kleine krokodillen, zo ingekapseld dat ze de vorm hebben van één grote krokodil. Fascinerend. Niet alleen omdat we jaren voor de gek zijn gehouden door deze mummie, maar ook omdat het zo goed uitbeeld hoe deze organisatie werkt.

Iedereen in het museum ademt het museum. En al die ‘kleine RMO’s’ maken voor één goedlopend groot geheel. Het verhaal is meer dan alleen wat je ziet, mensen achter de schermen maken het tot wat het is. En dat: hoe een museum werkt, hoe de dynamiek in een team is, wat er komt kijken bij het organiseren van een tentoonstelling… Dat is haast een museum an sich.

En na – naar mijn idee – werkelijk iedereen ontmoet te hebben en ik mijn oud-Latijn docent rond kan leiden in plaats van zij mij, is het vooral de passie van de medewerkers die me bij zal blijven. Want bij het RMO hebben ze ontdekt hoe je kan doen wat je leuk vindt, terwijl je iets compleet anders doet.

Voor de duidelijkheid: bijna iedereen in de staf heeft archeologie, geschiedenis, of een variant daarop gestudeerd. Bij financiën doet een archeoloog de cijfers, bij communicatie doen historici en egyptologen het woord, en de rondleidingen en kassa worden bedient door de studenten van nu. Misschien niet waar je ze meteen verwacht, maar wel waar ze het museum helpen groeien. En mede omdat ze werken waar hun hart ligt – het RMO – is het werk wat ze doen leuk. Erg leerzaam.

Wat ze precies doen verschilt per afdeling. De projectleiders organiseren tentoonstellingen in samenwerking met de conservators. Die laatsten doen daarnaast ook onderzoek naar de collectie waar ze leiding over hebben en zijn bovendien vaak gelieerd aan een universiteit. De afdeling communicatie zorgt ervoor dat de wereld weet waar het museum mee bezig is en de afdeling educatie – waarvan ik voor deze week niet wist dat ‘ie bestond – geeft het museum op creatieve manier naast culturele, ook educatieve relevantie.

Laat ik eerlijk zijn. Van potjes en scherven wordt ik niet erg warm vanbinnen. Oude boeken en papyrusrollen vind ik mooi, maar na een tijdje heb ik het ook wel weer gezien. De drive die ik hier heb leren kennen, deel ik niet meteen. Eigenlijk heel jammer, want wat me meteen opviel toen ik binnenliep was dat juist die drive iedereen twintig jaar jonger doet lijken. Bijna paradoxaal, in het Rijksmuseum van Oudheden hebben ze de bron van de eeuwige jeugd ontdekt.

Aan mij dus om als een ware Juan Ponce de Léon mijn eigen bron te vinden. Aanwijzingen heb ik al: een plek met enthousiasme voor wat je doet, waar leuke mensen werken en waar je de kans krijgt jezelf te ontwikkelen, daar moet ik heen. En op mijn expeditie zal het RMO meer blijven dan de plek met de coole krokodillenmummie. Want wow, wat je van een museum wel niet kan leren.